Herkomst

Ze behoren tot de familie van de Cobitidae of modderkruipers.
Ze zijn afkomstig van Indonesië en Sumatra.

Daar leven ze zowel in kleine stroompjes, grote rivieren, meren , als in overstroomde velden.

Afmetingen

Ze kunnen gemiddeld zo’n 21cm lang worden.

Uiterlijk

Ze hebben een langgerekt lichaam met een spitse snuit.
Ze vallen op door hun strepen-patroon over hun lichaam en vinnen.
Hun kleuren zijn goudbruin en grijsgroen, met meer transparante vinnen
Verder hebben ze 3 tot 6 paar baarddraden en onder hun ogen een doorn
(deze kunnen ze uitzetten in geval van gevaar).

Geslachtsonderscheid

Het verschil is uiterlijk bijna niet te zien, de vrouwtjes zijn meestal iets voller.

Aquarium

Het zijn grotere vissen, die met enkele soortgenoten in een mooi, groot, aquarium kunnen gehouden worden. Een aquarium van minimaal 180L is aan te raden en de combinatie met andere voldoende grote vissen is perfect mogelijk. Ze zijn voornamelijk onderaan en midden in het aquarium terug te vinden. Het zijn vissen die voornamelijk in de schemering en ’s nachts actief zijn. Ze verstoppen zich graag overdag, dus zorg zeker voor voldoende verstopmogelijkheden doormiddel van stenen, kienhout, mangrovewortels, halve kokosnoten of ceramische grotjes. Ideaal is veel losse randbeplanting (stevige planten) en voldoende vrije zwemruimte in het midden om te kunnen grondelen.
Het zijn vissen die vaak op zoek zijn naar eten op de bodem van het aquarium.

Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. Maar het is heel belangrijk om fijn, niet-scherp grind of zand te gebruiken om hun baarddraden niet te kunnen beschadigen.
Beschadigde baarddraden kunnen tot schimmels en zelfs de dood leiden.

Temperatuur

De ideale temperatuur ligt tussen 25 en 30°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, want daar kunnen ze  witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 7,5, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh,
geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Verzorging

Het houden van groene tijger botia’s eist enige ervaring. Ze verkiezen zacht, licht zuur water. Ververs wekelijks 20 à 25% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen.
Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met een redelijk tot stevige stroming, extra beluchting en veel verstopplekjes tussen planten en andere decoratie.

Kweek

Over het kweken in een aquarium is nog niets gekend en het blijft voorlopig niet mogelijk.

Voeding

Ze eten als hoofdvoer voedertabletten speciaal voor bodembewoners, maar ook vlokken of granulaat voor tropische vissen. En dit kan best aangevuld worden met algentabletten.

De voorkeur geven ze aan levend- of diepvriesvoer.
Een gezond dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!

Extra

Let er bij het vangen met een netje op dat ze zichzelf niet kwetsen door met hun doorn te blijven steken.